Joah McGee praat niet graag over zichzelf. Sterker nog, zijn naam is nergens te vinden op de website van de liefdadigheidsinstelling die hij heeft opgericht: Better Burma. Hij wil alleen het verhaal vertellen van de mensen die zijn hart hebben gestolen en die het zwijgen is opgelegd door gewelddadige onderdrukking. Zijn visie: Steun en warmte brengen in het Gouden Land.
Maar op een dag begin november 2023 staat hij voor ons op een Zoom-bijeenkomst van Mitgefühl in Aktion (MIA), de Duitse tak van Buddhist Global Relief, een organisatie opgericht door de beroemde monnik en vertaler Bhikkhu Bodhi, die ook aanwezig is en de inleiding verzorgt.
Joah is gekomen om Better Burma voor te stellen aan de supporters van MIA, die zo vriendelijk zijn geweest geld in te zamelen voor voedseldistributies aan mensen in nood in een land dat wordt verscheurd door geweld. De stille Native American lijkt zich een beetje ongemakkelijk te voelen om in de schijnwerpers gezet te worden. Meestal is hij degene die luistert en de verhalen deelt. Maar vandaag maakt hij een uitzondering en vertelt hij over zichzelf, eerst aarzelend maar dan zelfverzekerder en soms emotioneel, naarmate hij verder gaat.
Joah woont al 15 jaar in Myanmar en in die tijd heeft hij van het land en zijn mensen leren houden. Hij vertelt over de dagen na de staatsgreep in 2021, toen hij zich kon terugtrekken in de veiligheid van een westers land, maar het was een land dat niet langer het zijne was en waar het leven bijna zinloos en irrelevant leek in het licht van het lijden van zijn vrienden terug in Birma. Hij werd gebeld door vrienden die op de vlucht of ondergedoken waren, hoorde dat anderen gearresteerd of gedood werden en voelde zich hulpeloos. Aangespoord door zijn achtergrond in de boeddhistische beoefening en meditatie, geïnspireerd door de moed van het Birmese volk zelf, besloot hij zijn podcasts, zijn brede netwerk van vrienden in Myanmar en zijn begrip van de Birmese cultuur te gebruiken om te proberen te helpen, om de verhalen te vertellen van hen die anders ongehoord blijven en om fondsen te werven voor verschillende projecten om een volk in crisis te helpen.
In de afgelopen 3 jaar heeft Joah een liefdadigheidsinstelling opgebouwd die hulp kan bieden waar grotere organisaties dat niet kunnen met de hulp van Birmese lokale bewoners ter plaatse die elke dag hun leven riskeren om voedsel en medicijnen te brengen naar mensen die honger lijden, van wie de huizen zijn afgebrand en wiens vee is gedood. Hij brengt de verhalen van mensen in Myanmar en stimuleert de bewustwording van hun benarde situatie. Hij steunt soldaten die willen overlopen en niet langer tegen hun eigen volk willen vechten.
Joah vertelt hoe boeddhistische meditatie hem ondersteunt in zijn werk en hoe de Birmezen kracht vinden in de beoefening, zelfs in de meest schrijnende omstandigheden. En hoe boeddhistische beoefening gaat over het helpen van anderen en niet over het sluiten van je hart. Joah heeft er zijn levenswerk van gemaakt om een beetje steun en warmte naar het Gouden Land te brengen.
Je kunt het hele transcript van de avond hieronder vinden.
Joah McGee vertelt zijn verhaal en dat van Better Burma, deelt zijn inzichten over Myanmar en het werk dat hij aldaar doet om mensen te helpen en hij beantwoordt vragen. Dit is het transcript van een online Zoom-bijeenkomst op 2 november 2023, georganiseerd door Mitgefühl in Aktion.
Hartelijk dank voor de uitnodiging. Bedankt voor jullie steun en vertrouwen in het werk dat we als organisatie doen. Dank ook aan Bhikkhu Bodhi voor alles wat hij heeft gedaan, ook het vertrouwen in, en het toezicht op, het werk dat we doen en de introductie ervan. En van de kant van de podcast wil ik graag de Eerwaarde Bhikkhu Bodhi en de Eerwaarde Vimala bedanken omdat zij beiden aanwezig zijn op deze bijeenkomst en ook op de podcast verschenen en spraken over hun leven, opvattingen en ervaringen.
Ik zal een korte introductie over mezelf geven. Ik heb al 20 jaar een relatie met Myanmar. Die begon precies 20 jaar geleden, in 2003. En van die 20 jaar heb ik er ongeveer 15 jaar gewoond. Mijn interesse in Myanmar begon met meditatie. Ik begon als Vipassanā mediteerder in de traditie van S.N. Goenka. En toen hoorde ik over Myanmar, waar die traditie vandaan komt. Deze traditie heeft voor mij, als heel jonge man, mijn leven veranderd en wekte in mij de interesse op om naar de plaats te gaan waar deze beleringen vandaan komen en er meer te leren over de samenleving aldaar. Destijds was ik een beetje naïef en ik hoop dat ik in die 20 jaar sindsdien iets geleerd heb. Ik ging als mediteerder op een visum van een maand in 2003 naar Myanmar. Daarna voelde ik me aangetrokken om nogmaals terug te komen. Dit was niet gemakkelijk vanwege het zeer strenge militaire regime in die tijd.
Maar gelukkig kon ik een baan krijgen in mijn vakgebied, namelijk training. En ik werkte een aantal jaren als trainer voor de Amerikaanse ambassade. En zo kon ik mijn droombaan krijgen op mijn droomplek, en daarmee begon mijn betrokkenheid bij het leven (niet het bezoeken van het land maar het deelnemen aan het daadwerkelijk leven aldaar) en het integreren in de Birmese samenleving door professioneel werk en door mijn interesse in het boeddhisme en in de meditatie. Ik begon met het trainen van Engelse leraren hoe ze Engels moesten onderwijzen, maar dat groeide al snel uit tot trainingen over de burgermaatschappij en capaciteitsopbouw en het samenbrengen van individuen uit verschillende groepen om met elkaar te kunnen leren en werken.
Ik denk dat mijn openheid voor Myanmar me op een heel interessant kruispunt bracht waarvan ik denk dat veel buitenlanders die er komen geen idee hebben. Ik had een diepe waardering voor, honger naar, en nieuwsgierigheid naar het boeddhisme en meditatie. En toch werkte ik op de ambassade. Ik was me zeker bewust van, en beïnvloed door, de politieke realiteit en de democratie en mensenrechten. Vanaf het allereerste begin van mijn leven in Myanmar had ik dus voortdurend te maken met deze twee verschillende aspecten, waarvan ik denk dat andere buitenlanders zich daar niet noodzakelijkerwijs bewust van zijn, omdat ze meestal voor het één of het ander komen. Dit was het begin van mijn streven om te proberen de verschillende lagen van Birma te begrijpen. Ik denk dat er aan de ene kant een tendens is onder mensen die geïnteresseerd zijn in het boeddhistische aspect om te proberen dat op hun eigen manier te begrijpen, en aan de andere kant komen er ook mensen die juist kijken naar mensenrechten, democratie of de rol van het leger en die kunnen alleen dat perspectief zien. En ik denk dat wat ik geprobeerd heb is om echt het belang ervan te kunnen delen van hoe deze twee aspecten voortdurend met elkaar in aanraking komen en dit te benadrukken. Eerst deed ik dit nog terloops vanuit mijn eigen leven, omdat ik daar woonde en deze twee dingen deed, maar vervolgens ook als podcast-host en non-profitleider. Je kunt het ene aspect niet begrijpen zonder het andere ook te begrijpen. Hierdoor kon ik een meer holistisch en geïntegreerd begrip creëren van het land en de samenleving om dit naar een buitenlands publiek te communiceren.
Nadat mijn werk op de ambassade was afgelopen wilde ik meer tijd besteden aan mediteren. Ik had tegen die tijd wat Birmees geleerd en de samenleving leren kennen en ik wilde tijd doorbrengen met leven in afzondering en in Birmese kloosters, meditatiecentra en zelfs grotten, om me te verdiepen in het boeddhisme.
Maar het toeval wilde dat dit net het moment was waarop de democratische overgang begon. Wat was begonnen als een interesse in het nastreven van mijn eigen individuele meditatie veranderde in het schrijven van een gids voor mediteerders over de verschillende tradities en praktijken, en ook begon ik met het leiden van pelgrimstochten. Tijdens deze overgangsperiode heb ik jarenlang onderzoek gedaan naar de verschillende grote boeddhistische tradities en ben ik begonnen met het leiden van pelgrimstochten voor mediteerders naar afgelegen maar belangrijke plaatsen.
In 2019 begon ik met de Insight Myanmar podcast. Op dat moment was het nog gericht op de verhalen over het boeddhisme en van mediteerders. Omdat ik op dat moment meer dan 10 jaar in het land woonde, kreeg ik het gevoel dat het begrip van de boeddhistische gemeenschappen buiten Myanmar van deze tradities in het land heel anders was dan mijn realiteit. Myanmar was een gesloten land, het is niet zoals Thailand of Sri Lanka, waar buitenlandse beoefenaars voor langere tijd kunnen komen en blijven. Dat is nooit het geval geweest in Myanmar vanwege de politieke moeilijkheden. En dus hebben ook de grote Birmese meditatieleraren geen kans om naar buiten te gaan. Ik wilde in staat zijn om hun stemmen naar het publiek te brengen. Ik heb niet de arrogantie om te denken dat ik voor hen kan spreken, maar ik wilde gebruik maken van het vertrouwen dat ik had ontwikkeld met verschillende mensen die betrokken zijn bij meditatie en boeddhisme in Myanmar en een podcast beginnen waar we gesprekken konden voeren over hun leven in de boeddhistische gemeenschappen en ook om een andere stem te geven aan de boeddhistische beoefening.
Na de militaire staatsgreep in februari 2021 leek het onverantwoordelijk en echt gewetenloos om te praten over de spirituele verhalen van de beoefening in Myanmar, het Gouden Land, terwijl de kloosters letterlijk in brand stonden, mensen op straat stierven en monniken en nonnen ook werden gedood en gevangengezet. En dus namen we noodgedwongen de beslissing om ons platform te gebruiken om verhalen te vertellen over de bredere beweging die al dan niet het boeddhisme omvat. Na enige tijd realiseerden we ons dat dit een permanente transformatie was waar ik erg blij mee ben. We hebben nog steeds veel verhalen die helemaal of een beetje over het boeddhisme gaan, maar we hebben ook verhalen die gaan over de geschiedenis en economie en over etnische gemeenschappen van christenen en moslims alsook over de politieke realiteit. Onze podcast is nu een combinatie geworden van het vertellen van verhalen over het boeddhisme en de raakvlakken van het boeddhisme met andere delen van de samenleving, zowel als over andere onderwerpen die ons bezighouden. We zijn het enige platform dat lange discussies voert over deze verschillende onderwerpen en we hebben nu een publiek van ongeveer 80.000 luisteraars.
Ik ben echt trots op de rol die ons platform op zich heeft kunnen nemen. Naast de vele boeddhistische en monastieke stemmen die we hebben laten horen, hebben we nu ook ambassadeurs en ministers van Buitenlandse Zaken van verschillende landen. De meeste democratische leiders in Myanmar luisteren naar ons, evenals vele organisaties en ambassades, en zo zijn we een platform geworden voor kritische gesprekken.
Om een anekdote te citeren: Ik was zeer vereerd toen ik een gesprek had met de EU-ambassadeur in Birma, Ranieri Sabatucci. Hij zei dat toen hij voor het eerst in Myanmar kwam, de kleinzoon van de voormalige secretaris-generaal van de VN, U Thant, hem vertelde dat je het boeddhisme moet te begrijpen om Myanmar te kunnen begrijpen. Hij zocht naar alle verschillende boeken en bronnen die hij kon vinden, maar hij vond niets dat hem echt informeerde over hoe het boeddhisme relevant was voor zijn werk als EU-ambassadeur. Hij zei dat door te luisteren naar onze podcast en naar de stemmen van de mensen die over het boeddhisme kwamen spreken, onze website zijn leermeester is geweest over het Birmese boeddhisme. Ik denk dat dit een mooi verhaal is over hoe de verhalen over de spirituele reis en het boeddhisme die we vertellen niet alleen mensen bereiken die spiritueel actief zijn, maar ook veel mensen uit andere posities die om Myanmar geven en hoe deze verhalen hen meer informatie geven om te begrijpen hoe ze betere beslissingen kunnen nemen.
Een ander voorbeeld: later deze maand komt er een aflevering uit met Ashin Kovida, die al heel lang voorstander is van democratie en tevens een Birmese monnik. Ik sprak met hem over de opkomst van de 969 Beweging, U Wirathu en het anti-islam deel van de Saṅgha, en vroeg hem dit uit te leggen. Hij zei dat toen buitenlandse journalisten naar Myanmar kwamen om verslag te doen van de haatdragende anti-islam monniken, hij naar die journalisten toe ging en zei: “Wij hebben ook progressieve monniken, zoals ikzelf, en we hebben ons hele leven tegen die andere monniken gewerkt. Spreekt u a.u.b. ook met ons! Wij willen jullie ook dingen vertellen over het boeddhisme dat wij promoten en dat is heel wat anders dan dat van hen!”. De journalisten wilden niet met hem spreken. Ze waren niet geïnterviewd omdat, zoals hij het uitdrukte, hun verhaal niet zo interessant was. Het is veel spannender om een verhaal over haatdragende monniken te vertellen dan over vreedzame monniken. We hebben vervolgens een twee uur durend interview opgenomen. Wij gaan naar plaatsen waar de grotere buitenlandse media niet komen en kunnen zo mensen aan het woord laten die wel gehoord willen worden, maar waar gewoonlijk niet naar geluisterd wordt. En kijk eens naar wat die buitenlandse journalisten bereikt hebben door olie op het vuur te gooien en zo de haat en de slechte reputatie van de Saṅgha te verslechteren; simpelweg door niet te berichten over de progressieve kant omdat die niet zo interessant was. Dat is een rol waar wij erg gepassioneerd over zijn; door die behoefte te kunnen vervullen en die stemmen wel te laten horen.
Nu wil ik het hebben over ons humanitaire werk na de staatsgreep. In 2021 richtte ik een non-profit op met de naam Better Burma, die hier in de Verenigde Staten geregistreerd staat als een NGO, en deze non-profit was bedoeld om noodhulp en humanitaire fondsen naar kwetsbare bevolkingsgroepen te brengen. Ik had de hoop dat er door mijn werk aan de reisgids, de pelgrimstochten, de podcast, er misschien iets van een aanhang was onder boeddhistische en mediterende groepen in het westen die me tot op zekere hoogte vertrouwden. Ook al had ik nooit om iets gevraagd, het vertrouwden dat mensen in mij koesterden vanuit mijn tijd in Myanmar stelde mij in staat om donaties van verschillende mensen aan nooddruftige bevolkingsgroepen te geven via onze contacten met lokale netwerken.
In de tijd sinds de staatsgreep, nu ongeveer tweeënhalf jaar geleden, hebben we meer dan 100 verschillende projecten gefinancierd in heel Myanmar voor hulp aan verschillende etnische en religieuze bevolkingsgroepen in de grensregio’s van India en Thailand. We hebben fondsen gegeven aan een breed scala aan projecten, van onderwijs tot voedsel voor monniken en nonnen, verarmde gemeenschappen, noodhulp vanwege COVID, een militaire uittredings-campagne (CDM), de burgerlijke ongehoorzaamheidsbeweging, medicijnen en medische training.
Myanmar is een op vertrouwen gebaseerde samenleving. En dus gebeuren de dingen niet op basis van protocollen of systemen omdat de mensen al generaties lang tussen gebroken systemen leven; alles gebeurt op basis van gezicht en vertrouwen. En dat is denk ik de manier waarop we in staat zijn geweest om effectief te zijn en de hulp daar te krijgen waar die nodig is. Het moet mogelijk zijn om via vertrouwde lokale netwerken te opereren die buiten de grotere organisaties staan die niet noodzakelijk de juiste connecties hebben om goed te kunnen beoordelen waar de nood het hoogst is. Door via deze op vertrouwen gebaseerde vorm te werken kunnen we de hulp daar te krijgen waar hij moet zijn.
De dingen werken daar heel anders, even terzijde, want iedereen die daar geweest is, weet dit. Als je naar een klooster wilt gaan om monnik of non te worden of naar een meditatiecursus, kun je bellen, brieven of e-mails sturen, maar het is niet erg waarschijnlijk dat je daar een effectieve reactie op krijgt. Als je echter gewoon komt opdagen op de plek waar je naartoe wilt en je intentie bekendmaakt, krijg je die avond waarschijnlijk een bed.
Dingen werken gewoon anders. Je moet het systeem kennen, je moet de protocollen kennen. Een deel is cultureel en een deel is dat de Birmezen in een land hebben geleefd waar ze veel te lang hebben moeten navigeren door gebroken systemen en instellingen en dus zijn er deze workarounds. De oplossingen zijn echt gebaseerd op vertrouwen, op het geven van een woord, op het hebben van een wederzijdse band en die zijn veel sterker dan welke systeem-protocollen of -contracten of wat dan ook. Dat was de manier toen ik daar woonde en dat is de manier waarop we nu werken voor onze fondsverstrekking.
Het eerste jaar na de staatsgreep was gewoon verschrikkelijk, natuurlijk verschrikkelijk voor hen, maar het was ook verschrikkelijk voor mij. Ik woonde in Amerika. Ik bedoel, ik was ontheemd, zoals veel mensen, door de staatsgreep. Maar ik leefde in veiligheid in Amerika, een voorrecht dat de Birmezen niet hadden. Maar ik wist niet hoe ik normaal moest leven als alles wat ik kende en iedereen die ik kende in gevaar was. Midden in de nacht kwamen er telefoontjes van mensen die letterlijk op de vlucht waren. Vrienden schakelden hun telefoon uit en ik hoorde weken of maanden niets van ze. Ik wist niet of ze zich verstopten of geen verbinding meer hadden, of dat ze in de gevangenis zaten of dood waren. Dit was een trauma dat ik ervoer als iemand die bevoorrecht was en in veiligheid leefde, maar toch werd overvallen door het extreme gevaar en de angst en de trauma van een gemeenschap die mij zo lang had omarmd. Het heeft me meerdere keren gebroken. Het heeft me ook kracht gegeven en me geleerd hoe ik een leven moet leiden dat heel anders is dan alles wat ik ooit gekend heb. Het was moeilijk om een vriend te horen vertellen over zijn gevoelens over een nieuw tv-programma of om mijn moeder te horen praten over een uitwisseling met een vriend die ze net had ontmoet tijdens de lunch. Ik zag dat allemaal als zinloos in vergelijking met de problemen van de mensen die zo’n terreur ontvluchtten en zo moedig waren en ook hun idealen. Op persoonlijk vlak vergde het heel wat werk om te leren leven in beide werelden en me bezig te houden met bevoorrechte mensen waar ik om geef en die op een veilige plek wonen, en me dan te wenden tot mijn computer of mijn telefoon en te praten met mensen die op de vlucht waren voor hun leven of die een executie probeerden te voorkomen of die kwetsbare mensen probeerden te helpen die op de vlucht waren nadat hun dorp was platgebrand. Ik leerde om te begrijpen hoe je op beide vlakken moet leven. Ik denk dat het een heel jaar geduurd heeft om te leren hoe je die dingen, die voor niemand makkelijk te integreren zijn, moet integreren.
Ik word een beetje emotioneel als ik over deze tijd praat. Ik ben meestal niet degene die praat, ik ben meestal degene die luistert. Dus soms als ik toegang krijg tot deze gevoelens wordt het me een beetje teveel. Maar, weet je, de moed van de mensen in Birma op dit moment is iets wat ik nog nooit heb gezien. De dingen waar wij misschien om geven zoals gendergelijkheid of democratie of mensenrechten of vrijheid zijn nietig vergeleken met de inzet in Myanmar die hoger is dan alles wat wij ons kunnen voorstellen. Om door te gaan met het schrijven van poëzie, ook al kan dat je dood betekenen, met het maken van documentaires of kunst of wat het ook is; ze doen het omdat ze in deze dingen geloven en niemand hen helpt, de idealen waar hun samenleving door gevormd is en hoe moedig en onbaatzuchtig ze zijn geweest… Natuurlijk wil ik het niet overdrijven, het is een samenleving als alle anderen.
Wat ik meemaak is niets vergeleken met wat de mensen in Myanmar moeten doorstaan. Ze hebben de wereld zoveel gegeven, ze hebben mij zoveel gegeven, maar hun stemmen worden niet gehoord. En als er een manier is waarop we hen kunnen helpen hun stem te laten horen en hulp te bieden terwijl er zo weinig plaatsen zijn waar ze terecht kunnen, dan is dat alleen maar goed. De mensen met wie we werken en met wie we praten, de waarden die ze laten zien in de moeilijkste situaties, zijn zo inspirerend. De mensen, die voornamelijk boeddhist zijn, houden zich bezig met de Dharma en hun begrip van het boeddhisme komt op zo’n inspirerende manier op hen over dat het mentaal evenwicht, compassie en verhalen biedt. We horen niet genoeg over alle mensen, monniken of leken, democratische leiders, politieke gevangenen. Hun democratische principes en begrip van mensenrechten is afgeleid van een boeddhistisch begrip, en ze citeren boeddhistische sutta’s en ethiek en meditatie-instructies om zichzelf moed te geven en om de steun voor een samenleving die ze hopen op te bouwen te rechtvaardigen.
Als je het hebt over geëngageerd boeddhisme in het Westen, dan zijn er een aantal zeer nobele voorbeelden van protest tegen nucleaire proliferatie of milieuactivisme of racisme of andere dingen die heel belangrijk zijn. Maar als je geëngageerd boeddhisme beoefent terwijl je leven letterlijk op het spel staat is dat iets heel anders. Als je hoort over Ko Jimmy, de democratie-activist die door de staat werd geëxecuteerd; in zijn laatste woorden voordat hij geëxecuteerd werd verzekerde hij zijn moeder dat hij zijn geest en lichaam zou blijven observeren terwijl hij naar de galg ging, en dat hij wist dat hij het juiste heeft gedaan en dat hij een beter land gesteund heeft; en dus voelde hij zich vrij. Wanneer je dit soort geëngageerd boeddhisme toepast op dit soort inzet van echt leven en dood, dan zijn deze verhalen zo inspirerend voor elk leven dat we proberen te leiden en we kunnen ons alleen maar voorstellen hoe we zelf zouden zijn in zulke situaties in zo’n context. Weet je, veel politieke gevangenen wenden zich in de gevangenis tot meditatie en zo vinden ze hun kracht en evenwicht. Het is iets wat we ons in die situaties niet eens kunnen voorstellen…
Ik heb een podcast-interview gedaan met U Linn Thant, de vertegenwoordiger van de regering van nationale eenheid in Europa; hij was 20 jaar lang een politieke gevangene. Toen hij met zijn meditatie begon, kreeg hij de volgende dag slaag van één van de gevangenisbewakers. De bewakers dachten dat hij zwarte magie beoefende en ze waren bang als ze hem zagen mediteren. Dus telkens als U Linn Thant in een meditatieve houding ging zitten, kwamen ze hem slaan; ze sloegen hem fysiek. Je zou denken dat het enige wat ze je niet kunnen afnemen mindfulness is. En dan heb je het beeld van een gevangene die in stilte alleen in zijn cel met gekruiste benen in mindfulness zit en hij vertelt je: “Wat ik doe is ook goed voor jou. Ik probeer ook liefde voor jullie allen te ontwikkelen”. Als je je kunt voorstellen dat je in elkaar geslagen wordt omdat je meditatie beoefent, en toch nog steeds de boeddhistische principes uitdraagt, en nog steeds weigert te haten, je nog steeds inzet voor democratie tot op de dag van vandaag; dat is iets waar ik alleen maar de verhalen over kan vertellen. Ik kan me niet voorstellen dat ik in dezelfde omstandigheden terecht zou komen.
Onze donaties, in de verschillende netwerken waar ze naartoe gaan, worden grotendeels geleverd door vrijwilligers die extreme voorzorgsmaatregelen moeten nemen bij elke stap van het proces: van hoe ze het geld ontvangen tot hoe ze de goederen kopen, van hoe ze de goederen vervoeren tot hoe ze ze afleveren. Mensen zijn gevangen genomen alleen maar omdat ze een bericht op Facebook leuk vonden, of om het hebben van een auto vol rijst of medicijnen die buiten de infrastructuur van het regime vallen; dit kan tot ernstige gevolgen leiden. Voor de mensen die de hulp verwerken is het dus geen normale situatie. Er zijn een heleboel veiligheidsoverwegingen die we ons niet kunnen voorstellen in de gebruikelijke landen waar we projecten ondersteunen en die hier in overweging moeten worden genomen.
Weet je, in één geval was er een donatie die wij hadden gegeven en het rapport daarover kwam maar niet. Ik probeerde met de teamleider te praten om het rapport te ontvangen. En ik wist dat hij in gevaar was geweest; zijn vader had in de gevangenis gezeten en ze moesten langs militaire controleposten. Dus ik wist dat het even zou duren. Toen ik vroeg waar dit specifieke rapport bleef vertelde hij me dat één van zijn studenten die hem hielp met het leveren van de rijst aan de kant van de weg gestopt was door de militairen zonder enige reden en in het hoofd was geschoten. Hij was onderweg voor een ander project, niet voor onze organisatie. Hij verontschuldigde zich omdat dat hij contact zou moeten opnemen met één van zijn teamleden die nog in leven was om de gevraagde informatie te krijgen. Dit zijn de omstandigheden waarin de Birmezen verkeren en dit maakt het werk zo waardevol.
Weet je, van onze kant is er geen enkel gevaar geweest. Er is geen gevaar voor ons i.v.m. de projecten die we hebben gesteund; maar het gevaar is overal, en het beïnvloedt degenen die het doen en dingen buiten deze projecten beïnvloeden hen, wat ongebruikelijk is voor de meeste contexten. Dus ik wil jullie allemaal heel erg bedanken voor jullie individuele en collectieve steun.
Toen deze nachtmerrie begon, heb ik echt geprobeerd om boeddhistische groepen en media in het Westen te bereiken. Ik was naïef, denk ik. Ik dacht dat voorbeelden van geëngageerd boeddhisme en meditatie, zoals progressieve monniken die de haatdragende anti-islam monniken bekritiseren en hun stem laten horen, dingen zouden zijn die westerse Saṅghas en westerse boeddhistische uitgevers zouden interesseren. Maar voor het grootste deel interesseerde het ze niet. Ik weet niet waarom, maar jullie zijn hier de uitzondering, samen met enkele anderen. En ik wil jullie echt bedanken voor jullie komst en jullie steun, niet alleen materieel maar ook met jullie hart en gedachten. En daarmee wil ik mijn toespraak beëindigen en vragen beantwoorden.
Vraag: Kunt u ons vertellen welke projecten Better Burma op dit moment ondersteunt?
Om een paar van de projecten te noemen waar we nu mee bezig zijn: er zijn overstromingen geweest waardoor tienduizenden mensen in de Bago regio ontheemd zijn geraakt en we sturen daar noodhulp voor. We hebben ook een aantal lopende projecten waar we al maanden aan werken. Als je kijkt naar de recente updates:
– We hebben een groep voormalige echtgenotes van militairen gefinancierd die een opleiding volgen om in hun levensonderhoud te voorzien en we proberen met meer echtgenotes te praten om hun partners over te halen over te lopen en zich aan te sluiten bij de democratische beweging.
– We sponsoren geheime medische training in de regio Sagaing om medische hulp te geven aan de getroffen burgerbevolking.
– We sponsoren doorlopend de voedselvoorziening voor kloosterlingen.
– En ook de voedselvoorziening voor kloosterscholen is iets waar we mee bezig zijn.
– We steunen politieke gevangenen.
– We zorgen voor pakketten met voedsel en medicijnen, die we via onze netwerken het land in kunnen krijgen.
– We hebben acht scholen gebouwd voor 900 leerlingen in Mizoram in India voor Chin-vluchtelingen.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de lopende zaken die we op dit moment hebben.
Voor alle duidelijkheid, dit zijn Better Burma’s bredere humanitaire activiteiten. Het zijn niet de activiteiten die wij uitvoeren met de gulle gift van uw organisatie. We zijn ons heel bewust van de beperkingen van deze gift, namelijk dat dit uitsluitend moet worden gebruikt voor voedselhulp binnen Myanmar en niet in de grensregio’s en dat het een niet-religieus karakter moet hebben. Voor de mensen en alle steun die we hebben verleend door middel van die hulp hebben deze beperkingen gevolgen en we zijn heel voorzichtig daarmee geweest. Dus het antwoord dat ik gaf was dat onze bredere humanitaire missies worden gedaan als onderdeel van verschillende donaties die op verschillende plaatsen binnenkomen. En met de fondsen die jullie hebben gegeven hebben we nu zeven of acht groepen gesteund. De fondsen zijn voornamelijk naar etnische minderheden gegaan, naar leken, en niet naar monniken of nonnen, en naar diegenen die getroffen zijn door voedselschaarste. Dus we hebben zeker de richtlijnen van die specifieke gift gevolgd. Maar afgezien van deze specifieke gift die jullie hebben gegeven, zijn dit de bredere acties die we hebben gedaan als onderdeel van de organisatie.
Vraag: Zijn er tekenen dat de greep van het militaire regime op het land is gebroken, tekenen dat er in de toekomst een positieve verandering van het regime kan komen?
Er is een antwoord mogelijk gebaseerd op de achtergrond en er is een directer antwoord mogelijk op wat er deze week is gebeurd. Dit is heel belangrijk dus ik zal het opsplitsen. Ik zal eerst het achtergrond-antwoord geven.
Ongeveer een jaar na de staatsgreep kreeg ik van veel geïnformeerde mensen aan wie ik het vroeg hetzelfde antwoord, en dat vond ik nogal alarmerend. Hun antwoord was dat de weg voor het leger om te winnen zeer beperkt was; dit was een jaar na de staatsgreep. Mensen, zeer intelligent, niet optimistisch, dachten dat een militaire overwinning onwaarschijnlijk was. Dat idee hadden ze omdat er zo weinig steun van buitenaf was. De vraag was niet of de mensen zouden winnen, maar wat ze zouden winnen, wat er van het land zou overblijven en hoe bloedig hun overwinning zou zijn, als er geen steun van buitenaf zou komen. Dus dat was een beetje de achtergrond waarmee ik de afgelopen jaren heb gewerkt, die aanname en die analyse.
Deze week was er waarschijnlijk de belangrijkste ontwikkeling sinds de staatsgreep, die operatie 1027 werd genoemd. Het heet operatie 1027 omdat het plaatsvond op 27 oktober 1027. Het was acht maanden lang gepland door een aantal etnische milities die militaire posten in het hele land aanvielen in een gecoördineerde aanval. Ze namen militaire bases over en ook veel van wat de online zwendelcentra worden genoemd, waar in feite slaven werken die worden gedwongen om zich bezig te houden met internet-zwendel in de Shan State. Deze centra verdienden letterlijk miljarden dollars en veel daarvan werd gebruikt om het leger te financieren. Dit was dus een zeer belangrijke operatie.
Dingen zijn nu waarschijnlijk onzekerder dan ze ooit zijn geweest sinds de staatsgreep plaatsvond, misschien wel sinds de eerste maand van de staatsgreep. We gaan een aantal nood-podcasts houden met een aantal zeer goed geïnformeerde gasten die ons hun visie zullen geven op wat zij denken dat er nu gaat gebeuren, maar de korte analyse is dat de dingen heel snel kunnen veranderen.
Er kan een zogenaamde “zwarte zwaan”-gebeurtenis plaatsvinden waarbij iets onvoorspelbaars gebeurt en het leger binnen enkele dagen, of weken, of maanden in elkaar stort. En dan hebben we een post-militair Myanmar dat plotseling aan onze voeten ligt en dat zou heel snel kunnen gebeuren. We kunnen ook een grotere toenadering tot Rusland of China zien. We kunnen meer wreedheden en bloedvergieten zien en daden die het leger uit angst begaat. En als we een gebrek aan betrokkenheid in het Westen blijven zien dan zouden de militairen alsnog kunnen verliezen, maar het zou een zeer lang en zeer bloedig verlies kunnen zijn. Natuurlijk, zelfs als we morgen een post-militaire wereld hebben, door de schade die het leger heeft aangericht is alles van onderwijs tot elektriciteit tot infrastructuur een generatie teruggezet. Het zal een decennium duren voordat we weer terug zijn op het punt waar we in januari 2021 waren. En dan hebben we het nog niet eens over de vele gewapende groepen en de drugshandel, die miljarden dollars waard is, evenals de natuurlijke hulpbronnen zoals teak, olie en jade, wat ook miljardenindustrieën zijn.
Zelfs in het gunstigste geval blijft de situatie zeer penibel. En dat onderstreept alleen maar de voortdurende behoefte aan humanitaire hulp, media en belangenbehartiging, want zelfs het beste scenario zal aandacht nodig hebben.
Vraag: Zijn meditatiecentra open voor Birmezen en buitenlanders?
Ik zou deze vraag willen beantwoorden door te zeggen dat er op dit moment een enorm verschil is tussen wat er in de stad gebeurt en wat er op het platteland gebeurt. De steden hebben een vernis van normaliteit die wordt onderbroken door bommen, arrestaties en terreur, maar binnen dat vernis heeft het een vreemd soort gespannen normaliteit. Het platteland wordt aangevallen, de statistieken zijn krankzinnig. In de droge zone, de Sagaing regio, heeft het leger tienduizenden dorpen platgebrand; letterlijk, ze hebben gewoon dorpen van de kaart geveegd en platgebrand. Het zijn die plattelandsgebieden die aangevallen worden. Niets is er normaal. Voor zover ik heb begrepen zijn veel kloosters en meditatiecentra noodgedwongen vluchtelingencentra geworden. Ik had een podcast waarin een Birmese meditatieleraar vertelde hoe tijdens een intensieve meditatieretraite die hij leidde het leger het centrum aanviel. Ze schoten met artillerie en hun kogels vlogen door het centrum; ze overrompelden het centrum terwijl mensen mediteerden. Het meditatiecentrum werd een vluchtelingencentrum in de nasleep van deze aanval. In realiteit is het geweld genormaliseerd: je moet je leven zo goed mogelijk leiden terwijl je de terreur om je heen accepteert. En dus zijn er nog steeds, tot op zekere hoogte, op plaatsen die niet zo erg getroffen zijn, meditatiecursussen en monniken/nonnen die hun normale taken uitvoeren, net zoals er op sommige plaatsen bars en restaurants en cafés en scholen zijn die tot op zekere hoogte open blijven. Over deze spanning heen zit deze vreemd vernis van normaliteit. Het is niet zo dat het hele land is ontwricht door de oorlog. Voor mij is het soms moeilijk te begrijpen waar de terreur en het conflict kruisen met de normale gang van zaken in het dagelijks leven.
Wat betreft de buitenlandse mediteerders, mijn gevoel is dat het op dit moment echt niet gepast is voor buitenlandse mediteerders om Birma te bezoeken. Dat is precies wat het leger wil: laten zien dat dit een normaal land is waar mensen op bezoek kunnen komen. Dus het draagt bij aan het normaliseren en legitimeren van het regime. En dan gaan buitenlandse mediteerders naar kloosters of meditatiecentra waar de mensen nauwelijks te eten hebben en nauwelijks voor zichzelf kunnen zorgen. En veel van deze plaatsen worden overspoeld door vluchtelingen. Dus ik denk dat het op dit moment een beetje egoïstisch is om als buitenlandse mediteerder naar een land te gaan dat geconfronteerd wordt met dit voortdurende trauma en met de aspiratie van de mensen om dit te overwinnen en iets beters te creëren. Soms benaderen buitenlandse mediteerders me en zeggen ze: “Ik ben niet politiek, ik ga er alleen heen om te mediteren dus het moet wel goed zijn. Ik denk dat dit een soort symptoom is van waar ik het in het begin van mijn lezing over had, namelijk het idee dat “meditatie” en “politiek” verschillende dingen zijn en niet op elkaar inwerken, maar dat is niet waar in Myanmar. Je beslissingen zijn politiek en je kunt de politieke implicaties zien van de beslissingen die je neemt, of je kunt onwetend beweren dat ze niet politiek zijn en je er vervolgens niet mee bezighouden. Maar je beslissingen hebben wel degelijk politieke implicaties en ik denk dat dit een zeer traumatische tijd is in het land. Zelfs als je de politiek niet volgt is dat prima, maar zeggen dat je gewoon naar een meditatiecentrum gaat en niet de pijn erkent van de mensen die voor je zullen zorgen en je onderdak zullen bieden, is denk ik je ogen sluiten voor de impact die je aanwezigheid op dit moment zal hebben.
Buitenlandse mediteerders vragen me soms: “Is het veilig voor mij om te gaan?” of “Zelfs als ik van plan ben om te gaan hoe kan ik veilig zijn?” Het antwoord dat ik geef is dat je waarschijnlijk veilig zult zijn. Het is niet 100% zeker, je zou in een gewelddadige situatie terecht kunnen komen waartegen je je niet kunt beschermen of je zou gearresteerd kunnen worden. Het is niet erg waarschijnlijk, maar het is ook niet onmogelijk. De echte vraag is hoe jouw aanwezigheid de veiligheid van de Birmezen zal beïnvloeden. En dat is iets dat veel ernstiger is, want in deze tijd, waarin er zo’n xenofobie is van het leger, zullen de Birmezen die met je omgaan onder verdenking staan, en ze zullen niet gewoon kunnen zeggen dat het voor de Dharma is, dat het voor meditatie is. De waarheid is dat ze gevaar lopen. Elke associatie die je hebt met Birmezen houdt risico’s in. Ze zullen je dit niet noodzakelijkerwijs vertellen omdat het zulke gulle en vriendelijke gastheren zijn; hun verlangen om je te steunen en met je om te gaan en je te ontvangen zal hen in gevaar brengen, misschien met maar een beetje risico, misschien met veel risico. Ik denk dus dat dat een andere component is: het is niet alleen een kwestie van onze eigen veiligheid, het is een kwestie van hoe onze aanwezigheid de veiligheid van anderen zal beïnvloeden.
Ik weet dat dit niet het antwoord is dat jullie willen horen. Ik weet dat dit erg teleurstellend en ontmoedigend is. Mijn excuses daarvoor. Ik hoop dat er snel een betere dag aanbreekt. Het is gewoon mijn eerlijk antwoord op hoe ik begrijp hoe de dingen daar zijn en hoe ik de Birmese samenleving in het algemeen begrijp. Ik denk dat Birmezen niet per se degenen zijn die dit zouden zeggen omdat ze zo vrijgevig zijn en de Dharma willen delen en steunen. Maar ik denk wel dat het nu een moeilijke tijd is om een meditatiecentra te bezoeken. Ik denk gewoon dat het een gespannen en onstabiele tijd is in hun samenleving en op dit moment zijn zij degenen die steun nodig hebben. Normaal steunen ze ons allemaal als we komen, maar op dit moment hebben ze de steun nodig die wij kunnen geven.
Vraag: Werk je voor Better Burma fuĺl time?
Ja, dit is wat ik fulltime doe. Meestal van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, zeven dagen per week. Ik heb over het algemeen geen vrije dagen of pauzes genomen sinds het begon. Ik denk dat als je eenmaal ziet wat de mensen daar meemaken, het een soort drijfveer in je opwekt om niet het gevoel te hebben dat er iets is wat je had kunnen doen wat je nagelaten hebt. Ik denk dat dat waarschijnlijk iets is dat jullie kennen in jullie eigen land, i.v.m. de moeilijke geschiedenis die jullie hebben meegemaakt in de Tweede Wereldoorlog en waar jullie je waarschijnlijk mee kunnen identificeren, namelijk het gevoel dat als je in een positie bent om op te staan en het juiste te doen, als het lot je in die positie heeft geplaatst, dat je dan ook alles daarvoor geeft. Dus ik denk dat dat soort dingen me bezielden sinds de staatsgreep. Toen ik met Better Burma begon hadden we geen idee dat het zo lang zou duren, niet zozeer Better Burma als wel het militaire regime en de staatsgreep en het verzet. Dus toen we ermee begonnen, was het eigenlijk gewoon een noodverbandje waarvan we dachten dat het voor een paar weken, misschien maanden, zou kunnen helpen. En naarmate het conflict voortduurde en Better Burma van een noodhulp-organisatie veranderde in een echte organisatie, veranderde mijn rol van vrijwilliger die alleen maar probeerde deel te nemen aan dit soort noodhulp naar iets permanents. Dus om je vraag te beantwoorden: ja, het is een fulltime baan. Het is iets waarvoor ik word gecompenseerd, iets waarmee ik in mijn levensonderhoud voorzie en waarmee ik probeer deze organisatie stabiel te maken, zowel op humanitair gebied als op het gebied van de media.
Soms weten we niet hoeveel maanden we nog door kunnen gaan, niet alleen met de financiële ondersteuning van de humanitaire hulp, maar ook met de mediakant en de algemene administratieve kosten, die niet erg hoog zijn, maar waar nog steeds naar gekeken moet worden. We hopen nog steeds op een soort duurzaamheid en op wat meer vertrouwen zodat we ons hoofd voor langere tijd boven water kunnen houden.
Vraag: denk je dat we ooit in dit leven kunnen terugkeren naar Myanmar om te mediteren?
Ja, ik ben hoopvol. Ik bedoel, het kan volgend jaar zijn, het kan de komende vijf jaar zijn. Weet je, Myanmar heeft in de jaren ’60, ’70 en ’80 periodes doorgemaakt waarin de mindfulness-beweging, die echt wortel begon te schieten in het Westen, op zijn hoogtepunt was en dit waren echt moeilijke tijden voor buitenlanders om naar Myanmar te komen. En toen gingen de deuren open toen kwam de overgang; er was een bloei van pelgrimstochten en cursussen en mediteerders en groepen kwamen voor boeddhistische beoefening zoals we nog nooit eerder hadden gezien. Dat gaf alleen maar aan hoe het had kunnen zijn, vooral als je kijkt naar Thailand en wat mensen daar hebben kunnen doen. Ik ben zeker hoopvol, ik ben heel optimistisch, ik ben heel optimistisch dat het zal gebeuren. De vraag is wanneer het zal gebeuren en hoeveel bloed er zal vloeien. Dat is de verschrikkelijke tragische vraag.
Er zijn buitenlanders die geïnteresseerd zijn in de meditatie en die de situatie niet onder ogen willen zien en hun hart hebben gesloten. Als ik dit als een politiek probleem zie, is er een deel van mij dat een beetje pijn doet als ik eraan denk. Ik denk dat ik een beetje cynisch ben en denk dat er een mentaliteit heerst van “zodra het bloed niet meer vloeit, komen we cursussen volgen en pelgrimstochten leiden”. En dat is waarom ik mensen op deze bijeenkomst waardeer en een beroep doe op het openen van het hart, wat dat ook mag betekenen, of het nu een donatie is of het luisteren naar een podcast of het schrijven naar een vriend, lezen of gewoon aanwezig zijn op dit moment. Zodat wanneer het land weer open gaat, we ons niet alleen bezighouden met één kant van de samenleving, maar dat we alle verschillende facetten verwelkomen en aanwezig zijn, zelfs als dat pijnlijk is en zelfs als het onze verbeelding of onze romantische ideeën van hoe we het graag zouden willen, doorbreekt; maar dat we in staat zijn om aanwezig te zijn voor alle delen ervan.
Één van de dingen die het extra moeilijk heeft gemaakt is dat het regime, het militaire regime, erop heeft gestaan dat elke lokale groep die hulp biedt, zich formeel bij hen moet laten registreren. Dit is natuurlijk een voorbeeld van een onwettige autoriteit die een wettelijke uitspraak probeert te doen wat een tegenstrijdigheid wordt. Maar dit zorgt voor een zeer problematische dynamiek waarbij elke internationale NGO of lokale organisatie moet beslissen: willen ze zich aansluiten bij het regime en een organisatie die bol staat van terreur en moord door zichzelf en hun werk te introduceren bij deze onbetrouwbare autoriteit, wat gevolgen kan hebben op leven en dood, of willen ze zich niet registreren en dan zijn ze “illegaal” en is alles wat ze doen om werk te organiseren of uit te voeren ook illegaal. Dit is de scheidingslijn waar alle groepen op dit moment mee te maken hebben in Myanmar.
De Verenigde Naties staan er bijvoorbeeld op om te erkennen wie het territorium in handen heeft, ook al heeft het leger het territorium van het land niet in handen (ze verliezen elke dag territorium). Ze hebben de wapens en de hoofdstad en andere machtsmechanismen in handen. Dus hebben de Verenigde Naties hun hulpprogramma’s, ze nemen foto’s met de generaals, enz., wat de legitimiteit van het regime verder heeft versterkt. En wanneer het leger wreedheden begaat, identificeren ze nooit de agressor. Als het leger een school bombardeert, veroordelen ze het leger niet voor het bombarderen, maar betreuren ze het verlies aan mensenlevens. En hun geld, het humanitaire geld dat ze sturen, gaat via het leger, wat betekent dat het wordt overgeheveld; het kan bijvoorbeeld naar wapens gaan maar het gaat niet naar etnische regio’s. Het raakt opgesloten in die militaire netwerken. En het raakt opgesloten in die militaire netwerken omdat ze naar eigen zeggen een soort “standaard operationele procedures” volgen, binnen wat zij zouden omschrijven als legitieme netwerken.
Ik denk dat ik voor het volgende deel van mijn antwoord wil verwijzen naar wat de eerbiedwaardige Bhikkhu Bodhi zei in een podcast-gesprek dat we hadden over het volgen van de wet versus ethisch handelen: Je leeft in nazi-Duitsland en je biedt onderdak aan Joden en de autoriteiten vragen je Joden verbergt. Je zou het recht op vrije meningsuiting kunnen overtreden door ‘nee’ te zeggen, om een hogere ethiek te volgen om deze levens die daar zijn te redden.
En omdat er dus een illegaal, corrupt en moorddadig regime aan de macht is in Myanmar dat de wetten maakt, is de enige manier om de juiste hulp naar de juiste plaatsen en de juiste netwerken te krijgen, hen te omzeilen. En dus heb je een kloof in Myanmar van aan de ene kant het grote geld, de miljoenen dollars die via de “officiële” kanalen gaan, de plaatsen waar de nood is niet bereikt en dat dit beleid plaatsvindt is door vele anderen bekritiseerd en veroordeeld. Kleinere organisaties zoals de onze, waarvan er veel zijn, werken binnen de lokale vertrouwde informele netwerken om hulp op de plaatsen te krijgen waar het naartoe moet gaan.
Ik was eerder dit jaar in Washington DC en had een ontmoeting met twee voormalige Amerikaanse ambassadeurs in Birma, die in verschillende perioden daar gestationeerd waren. Één van hen vroeg naar onze hulpprojecten en ik zei dat we projecten hebben op het platteland rond Sagaing, dat zwaar onder vuur ligt. Er zijn daar veel problemen en de ambassadeur was verbaasd. Hij zei, “hoe krijgen jullie daar in godsnaam geld binnen? Dat kunnen wij niet. We willen wel helpen maar we weten niet hoe!”. Ik legde de hele procedure uit, zijn ogen rolden naar achteren in zijn hoofd, keek naar de andere ambassadeur en zei dat zij dat op geen enkele manier konden doen. En dat is nu net het verschil tussen een kleine organisatie met lokale vertrouwde netwerken en een grote officiële diplomatieke missie die alle hokjes moet afvinken. Myanmar bevindt zich nu in zo’n rare ongewone situatie dat wanneer je gestandaardiseerde formele procedures probeert toe te passen die in andere landen werken, ze hier niet werken.
Maar als je in staat bent om buiten de gebaande paden te denken en oplossingen te vinden die werken, die onconventioneel zijn, dan werkt dat. En dat is dus de beslissing die de meeste groepen moeten nemen: in hoeverre gaan ze de lokale realiteit begrijpen en hoe ze daarbinnen kunnen werken, of in hoeverre blijven ze hangen in conventionele en formele denkwijzen die op dit moment niet echt werken?
Allemaal heel erg bedankt. Ik bedoel, dank jullie natuurlijk voor de materiële steun, maar dank jullie ook voor het openen van jullie harten. Soms is het nog moeilijker om er te zijn met een open hart; soms is dat het moeilijkst. Bedankt dat ik mocht spreken.